Christina van Arentsbergh b. 1096 - Индекс потомака

zieES NF Band VIII (Heusden), Band XVIII (Brederode) en V (Arkel). Zie

Ridder, vermeld 1270-1293, houdt het huis Doortoge en de

Heer van Heukelom en Asperen. Zie Ned. Leeuw 1966, kolom 301

De eerste vermelding van hem is als getuige in een oorkonde van 25 juni 1254 van Jan I van der Leede en diens neef Hugo Botter van Arkel omtrent een belening van een derde deel van de heerlijkheid Dalem aan Floris van Dalem. Otto's vader Herbaren stierf waarschijnlijk in 1252 of 1253. In de oorkonde van 17 maart 1253 wordt Otto's oudste broer Jan namelijk heer van Arkel genoemd. Otto's vader leefde toen niet meer en Otto zal na diens dood wel heer van Heukelum en Asperen geworden zijn. Hij noemde zich reeds in 1269, net als in 1254, echter nog steeds "Otto dictus de Arkle, miles" Zo komt hij ook voor als getuige in een oorkonde van zijn neef Jan II van Arkel van 4 november 1272. Voor het laatst wordt hij genoemd op 2 mei 1283 als Otto van Arkel, oom van de leenheer Jan II van Arkel bij bevestiging van het leen van het gerecht en de tienden van Heukelum.

Genoemd als lid van de ridderorde van Sint-Jacob die door graaf Floris V zou zijn gesticht, maar deze hele ridderorde is een 17e-eeuwse fictie.

Heer van Schoten en Adrichem. Vermoedelijk een

• Otto, < 1333 - < 3 Mei 1384

Jan heeft vermoedelijk aan Heusden stadsrechten verleend tussen 1286 en 1296. Floris V geeft de inwoners van Heusden tolvrijheid in zijn gebied.

Vermeld als knape 1291, ridder, heer van de Doortoge,

• Gerard
• Daniel
• Jan
• Maria
• Peter, ovl. 1376

Heer van Heukelom 22 april 1312, borg voor graaf Willem III 9 augustus 1330, zegelt verklaring voor bisschop Jan van Arkel 25 december 1345/6.\

Andere kinderen:

• Herbaren
• Wouter

Bezit dat huus te woudenberch (1313) en de lage rechtsmacht in Woudenberg.

Шаблон:Needsources

Ridder, zegelt 17 oktober 1343, overleden voor 5 augustus 1373.\

• Geertruijt
• Anna
• Martha, non in het Wittevrouwenklooster te Utrecht

• Willem
• Kerstant
• Vrancke
• Matthijs
• Bertelmees
• Enghebrecht

• Johanna
• Jenne

Margaretha hangt na het overlijden van haar man Gijsbrecht, als ze in Utrecht woont, een kleed aan een pilaar van de Domkerk in Utrecht waarop in de hoeken de wapens van beiden staan: van Arkel, Both van der Eem, van Virneburg en mogelijk het wapen van Stein, toebehorend aan de moeder van Gijsbrecht. Dit is bewijs dat haar moeder Cunegonde is - en niet Mabelia van Voorne, de eerste vrouw van Jan van Arkel.

• na 1334 herbouwt het Minderbroederklooster te Utrecht
• 1346 de kapelaan van Margaretha betaalt een termijn van 3200 gouden schilden in opdracht van de bisschop (haar broer Jan) voor het aflossen van het pand te Overijssel.
• 10 Juli 1361 na opdracht door heer Gijsbrecht van Abcoude beleend met Rijnestein.
• 1362 doet samen met heer Johan van Nijenaar, deken van Deventer, uitspraak in het geschil tussen de St. Stevensabdij te Oudwijk en Tydeman Scrodekijns.
• 21 Oct. 1365 dragen het kapittel van St. Pieter te Utrecht en Sweder van Abcoude de beslissing over hun geschil op aan Margreta van Erkel, vrouwe van der Eem.
• 21 April 1366 oorkondt hertog Albrecht, dat hij vrouwe Margriet, vrouwe van der Eem, beleend heeft met 12 morgen te Cothen, na haar dood te komen op Jan van Rinensteijn.
• 26 Nov. 1366 maakt zij haar testament, waarin zij Johan van Arkel, bisschop van Luik, en haar kapelaan, benevens haar zwager, Henric Venedau, tot haar executeurs-testamentair benoemt. In haar testament (1366) spreekt zijn van een nicht, Cunigonde, die non is in het klooster te Oudwijk.

• Willem, ovl. 24 mei 1407

• Alida , trouwt met Willem, bastaard van Hertog Albrecht van Beijeren, de eerste Heer van Schagen.
• Margriet
• Willem

Het huis met de trapgevels is niet origineel maar de muren bevatten wel resten van de oorspronkelijke voorburcht (afbeelding 18e eeuw):

• Zeger