Petrus Anthoniesz Plancius b. фебруар 1552 d. 15 мај 1622
Из пројекта Родовид
Рођени род | Plancius |
Пол | мушки |
Цело име (рођено) | Petrus Anthoniesz Plancius |
Родитељи
♂ Anthony Platevoet [Plancius] b. 1520 ♀ Jenneken van der Eijnden [Eijnden] b. 1519 | |
Вики-страница | wikipedia:en:Petrus Plancius |
Догађаји
фебруар 1552 Рођење: Dranouter, Belgie
11 септембар 1600 Рођење једног детета: Amsterdam, Nederland, ♂ Isaac Plancius [Plancius] b. 11 септембар 1600 d. 7 фебруар 1631
15 мај 1622 Смрт: Amsterdam, Nederland
Напомена
PLANCIUS (Petrus), omstreeks 1550 te Dranoutre in Vlaanderen geboren, ontving zijne eerste opleiding te Hondscote, zette in Duitschland en Engeland zijne studiën voort, en legde zich, terwijl hij zich voor het predikambt voorbereidde, tevens op de wiskunde toe.
In 1576 begon hij in Vlaanderen zijn loopbaan als hervormd leeraar en predikte in den aanvang van het volgend jaar te Bonheyden, daarna te Brussel en Leuven, in het open veld voor een onafzienbare reeks van hoorders, die duizenden en duizenden uitmaakten, en den ijverigen prediker liefhadden en hoogachtten, te meer, daar hij in niets zich zelven bedoelde en geenerlei vergoeding voor zijne opofferingen wilde aannemen. Terwijl hij de hervorming in Vlaanderen trachtte voort te zetten, bleef hij zelf niet buiten gevaar. Zelfs werd zijn kleine boekenschat te Yperen verbrand, In 1578 aanvaardde hij het predikambt te Brussel en bekleedde het tot deze stad, in 1585, onder de magt van Parma kwam, en hij in het kleed van een krijgsknecht naar Holland ontvlood. Naauwelijks was hij daar aangekomen, of hij werd te Amsterdam beroepen, en aanvaardde nog in hetzelfde jaar zijne bediening. Plancius was een streng calvinist en met een gloeijende ijver bezield voor hetgeen hij waarheid achtte. Geen wonder, dat hij door de contra-remonstranten even hoog geacht, als door de remonstranten bestreden werd. Het is hier de plaats niet van zijne geschillen met de lutherschen en later met Vorstius en Uytenbogaerd, te gewagen, en verwijzen den lezer naar de onderstaande bronnen. Op hoe hoogen prijs de contraremonstranten zijne bekwaamheden stelden, blijkt uit zijne benoeming tot mede-overziender van de nieuwe vertaling des Ouden Testaments.
Op zijn kerkelijke loopbaan vergat hij echter de studie niet en oefende zich onverdroten in de aardrijks-, zeevaart- en sterrekunde en deed alles, wat zijn wetenschappelijke kennis vermigt, om de scheepvaart in de jeugdige en door haren handel bloeijende republiek te bevorderen en de hulpmiddelen daartoe te verbeteren. Aansporing en teregtwijzing gaf de ervaren predikant aan een aantal zeelieden, die met zijn onderwijs hun voordeel deden, en welker mededeelingen wederkeerig door hem werden gebezigd, om zijn eigen kennis te vermeerderen. Op zijn raad en aanwijzing werd de eerste togten der Nederlanders naar China ondernomen. Ook vervaardigde hij paskaarten voor de reis naar Oost-Indië. Onze zeelieden volgden den daarop aangewezen weg. Zoo groot was zijn roem in dit opzigt, dat de Fransche gezant, Jeannin, zijn koning tot de vaart op Oost-Indië zoekende te bewegen, zich meermalen naar Amsterdam begaf, om hem te raadplegen. Simon Stevin, Scaliger en anderen hebben met groote lof van hem gesproken.
Hij overleed te Amsterdam den 25sten Mei 1622.
Baudartius heeft een belangrijk levensberigt van hem gegeven en tevens epigrammata en epitaphia op hem vervaardigd. Daar hij zeer tegen het begraven in kerkgebouwen was, zorgde hij dat zijn lijk op het Zuiderkerkhof werd ter aarde besteld.
Zijn echtgenoot schonk hem 7 kinderen, van welke 5 het predikambt bekleed hebben. Daniël, de oudste, was eerst predikant te Diemen, vervolgens rector te Delft, waar hij in 1618 overleed. Petrus heeft het leeraarambt bekleed te Diemen, Sloterdijk, Hasselt en Kampen en is in 1651 gestorven. Nopens hem vermeldt J. Viverius in zijn Wintersche Avonden, bl. 134, 135, dat hij zich inbeeldde dood te zijn. Antonius werd in 1620 predikant te Oosterhout, in 1622 gasthuis-prediker te Amsterdam en overleed in 1624. Isaacus bediende eerst de gemeente te Lathum (1619), Heemstede (1625), 1626 te Gouda, waar hij in 1631 overleed.
bron: A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15. J.J. van Brederode, Haarlem 1872
Од прародитеља до унучад